Handleiding VEGASWING 63

Handleiding
Trilvorkniveauschakelaar met
buisverlenging voor vloeistoffen
VEGASWING 63
- NAMUR
Document ID: 29231
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave
Over dit document
1.1 Functie ............................................................................................................................. 4
1.2 Doelgroep ........................................................................................................................ 4
1.3 Gebruikte symbolen ......................................................................................................... 4
2
Voor uw veiligheid
2.1 Geautoriseerd personeel.................................................................................................. 5
2.2 Correct gebruik................................................................................................................. 5
2.3 Waarschuwing voor misbruik............................................................................................ 5
2.4 Algemene veiligheidsinstructies ....................................................................................... 5
2.5 Veiligheidsmarkering op het instrument ............................................................................ 6
2.6 CE-conformiteit ................................................................................................................ 6
2.7 SIL-conformiteit ................................................................................................................ 6
2.8 Veiligheidsinstructies voor Ex-omgeving .......................................................................... 6
2.9 Milieuvoorschriften ........................................................................................................... 6
3
Productbeschrijving
3.1 Constructie ....................................................................................................................... 7
3.2 Werking ............................................................................................................................ 8
3.3 Bediening ......................................................................................................................... 8
3.4 Opslag en transport.......................................................................................................... 9
4
Monteren
4.1 Algemene instructies ...................................................................................................... 10
4.2 Montage-instructies........................................................................................................ 12
5
Op de voedingsspanning aansluiten
5.1 Aansluiting voorbereiden ................................................................................................ 15
5.2 Aansluitstappen ............................................................................................................. 15
5.3 Aansluitschema eenkamerbehuizing.............................................................................. 16
5.4 Aansluitschema - uitvoering IP 66/IP 68, 1 bar ............................................................... 17
6
In bedrijf nemen
6.1 Algemeen ....................................................................................................................... 18
6.2 Bedieningselementen .................................................................................................... 18
6.3 Functietabel.................................................................................................................... 19
7
Service en storingen oplossen
7.1 Onderhoud ..................................................................................................................... 21
7.2 Storingen oplossen ........................................................................................................ 21
7.3 Elektronica vervangen .................................................................................................... 22
7.4 Procedure in geval van reparatie .................................................................................... 23
8
Demonteren
8.1 Demontagestappen........................................................................................................ 24
8.2 Afvoeren ......................................................................................................................... 24
9
Bijlage
9.1 Technische gegevens ..................................................................................................... 25
9.2 Afmetingen ..................................................................................................................... 32
2
VEGASWING 63 • - NAMUR
29231-NL-141104
1
Inhoudsopgave
Overige documentatie
Informatie:
Afhankelijk van de bestelde uitvoering hoort aanvullende documentatie tot de levering. Deze vindt u in hoofdstuk "Productbeschrijving".
Handleidingen voor toebehoren en reserve-onderdelen
Tip:
Voor het veilig gebruik van uw VEGASWING 63 bieden wij toebehoren en reserve-onderdelen aan. De bijbehorende documentatie is:
29231-NL-141104
•
•
•
•
•
30173 - Elektronica VEGASWING Serie 60
34296 - zonnekap
29750 - Borgkoppeling voor VEGASWING 63 drukloos
29751 - Borgkoppeling voor VEGASWING 63 16 bar
29752 - Borgkoppeling voor VEGASWING 63 64 bar
Uitgave: 2014-10-08
VEGASWING 63 • - NAMUR
3
1 Over dit document
1
Over dit document
1.1
Functie
1.2
Doelgroep
1.3
Gebruikte symbolen
Deze gebruiksaanwijzing geeft u de benodigde informatie voor de
montage, aansluiting en inbedrijfname plus belangrijke instructies
voor onderhoud en oplossen van storingen. Lees deze daarom voor
de inbedrijfname en bewaar deze daarom goed toegankelijk als
onderdeel van het product in de nabijheid van het instrument.
Deze gebruiksaanwijzing is bedoeld voor gekwalificeerd vakpersoneel. De inhoud van deze handleiding moet aan het personeel
beschikbaar worden gesteld.
Informatie, tip, instructie
Dit symbool markeert nuttige aanvullende informatie.
Voorzichtig: bij niet aanhouden van deze waarschuwing kunnen
storingen of foutief functioneren ontstaan.
Waarschuwing: bij niet aanhouden van deze waarschuwingen kan
persoonlijk letsel en/of zware materiële schade ontstaan.
Gevaar: bij niet aanhouden van deze waarschuwing kan ernstig
persoonlijk letsel en/of onherstelbare schade aan het instrument
ontstaan.
Ex-toepassingen
Dit symbool markeert bijzondere instructies voor Ex-toepassingen.
•
→
1
SIL-toepassingen
Dit symbool markeert instructies betreffende de functionele veiligheid,
die bij veiligheidsrelevante toepassing bijzonder zorgvuldig moeten
worden aangehouden.
Lijst
De voorafgaande punt markeert een lijst zonder dwingende volgorde.
Handelingsstap
Deze pijl markeert een afzonderlijke handeling.
Handelingsvolgorde
Voorafgaande getallen markeren opeenvolgende handelingen.
Afvoeren batterij
Dit symbool markeert bijzondere instructies voor het afvoeren van
batterijen en accu's.
29231-NL-141104
4
VEGASWING 63 • - NAMUR
2 Voor uw veiligheid
2
2.1
Voor uw veiligheid
Geautoriseerd personeel
Alle in deze gebruiksaanwijzing beschreven handelingen mogen
alleen door opgeleid en door de eigenaar van de installatie geautoriseerd vakpersoneel worden uitgevoerd.
Bij werkzaamheden aan en met het instrument moet altijd de benodigde persoonlijke beschermende uitrusting worden gedragen.
2.2
Correct gebruik
De VEGASWING 63 is een sensor voor niveausignalering.
Gedetailleerde informatie over het toepassingsgebied is in hoofdstuk
"Productbeschrijving" opgenomen.
De bedrijfsveiligheid van het instrument is alleen bij correct gebruik
conform de specificatie in de gebruiksaanwijzing en in de evt. aanvullende handleidingen gegeven.
Handelingen die verder gaan dan hetgeen beschreven in de gebruiksaanwijzing mogen uit veiligheids- en garantie-overwegingen
alleen door personeel worden uitgevoerd dat is geautoriseerde door
de leverancier. Eigenmachtig ombouwen of veranderen is uitdrukkelijk
verboden.
2.3
Waarschuwing voor misbruik
2.4
Algemene veiligheidsinstructies
Bij ondeskundig of niet correct gebruik kunnen door het instrument
toepassingsspecifieke gevaren ontstaan, zoals bijv. overlopen van
een tank of schade aan installatiedelen door verkeerde montage of
instelling.
Het instrument voldoet aan de laatste stand der techniek rekening
houdend met de geldende voorschriften en richtlijnen. Deze mag
alleen onder technisch optimale en bedrijfsveilige toestand worden
gebruikt. De eigenaar is verantwoordelijk voor het storingsvrij gebruik
van het instrument.
De operator is verder verplicht, tijdens de gehele toepassingsduur de
overeenstemming van de benodigde bedrijfsveiligheidsmaatregelen
met de actuele stand van de betreffende instituten vast te stellen en
nieuwe voorschriften aan te houden.
Door de gebruiker moeten de veiligheidsinstructies in deze handleiding, de nationale installatienormen en de geldende veiligheidsbepalingen en ongevallenpreventievoorschriften worden aangehouden.
29231-NL-141104
Handelingen die verder gaan dan hetgeen beschreven in de gebruiksaanwijzing mogen uit veiligheids- en garantie-overwegingen
alleen door personeel worden uitgevoerd dat is geautoriseerde door
de leverancier. Eigenmachtig ombouwen of veranderen is uitdrukkelijk
verboden.
Bovendien moeten de op het instrument aangebrachte veiligheidssymbolen en -instructies worden aangehouden.
VEGASWING 63 • - NAMUR
5
2 Voor uw veiligheid
2.5
Veiligheidsmarkering op het instrument
2.6
CE-conformiteit
2.7
SIL-conformiteit
2.8
Veiligheidsinstructies voor Ex-omgeving
2.9
Milieuvoorschriften
De veiligheidssymbolen en -instructies die op het instrument zijn
aangebracht moeten worden aangehouden.
Dit instrument voldoet aan de wettelijke eisen uit de geldende
EG-richtlijnen. Met het aanbrengen van de CE-markering bevestigt
VEGE de succesvolle beproeving. De CE-conformiteitsverklaring
vindt u in het download-bereik onder www.vega.com.
De VEGASWING 63 voldoet aan de eisen voor wat betreft de functionele veiligheid conform IEC 61508 resp. IEC 61511. Meer informatie
vindt u in de Safety Manual "VEGASWING Serie 60".
Houdt in geval van Ex-toepassingen de Ex-specifieke veiligheidsinstructies aan. Deze zijn een onderdeel van dit bedrijfsvoorschrift en
worden bij ieder instrument met Ex-toelating meegeleverd.
De bescherming van de natuurlijke levensbronnen is een van de belangrijkste taken. Daarom hebben wij een milieumanagementsysteem
ingevoerd met als doel, de bedrijfsmatige milieubescherming constant te verbeteren. Het milieumanagementsysteem is gecertificeerd
conform DIN EN ISO 14001.
Help ons, te voldoen aan deze eisen en houdt rekening met de milieu-instructies in deze handleiding.
•
•
Hoofdstuk "Verpakking, transport en opslag"
Hoofdstuk "Afvoeren"
29231-NL-141104
6
VEGASWING 63 • - NAMUR
3 Productbeschrijving
3
Leveringsomvang
Componenten
Productbeschrijving
3.1
Constructie
De levering bestaat uit:
•
•
Niveauschakelaar VEGASWING 63
Documentatie
– Deze gebruiksaanwijzing
– Safety Manual "Functionele veiligheid (SIL)" (optie)
– Aanvullende gebruiksaanwijzing "Connectoren voor niveauschakelaars" (optie)
– Ex-specifieke "Veiligheidsinstructies" (bij Ex-uitvoeringen)
– evt. andere certificaten
De VEGASWING 63 bestaat uit de componenten:
•
•
•
Deksel behuizing
Behuizing met elektronica
Procesaansluiting met trilvork
1
2
3
Fig. 1: VEGASWING 63 met kunststof behuizing
1
2
3
Typeplaat
De typeplaat bevat de belangrijkste gegevens voor de identificatie en
toepassing van het instrument:
29231-NL-141104
•
•
•
•
•
VEGASWING 63 • - NAMUR
Deksel behuizing
Behuizing met elektronica
Procesaansluiting
Artikelnummer
Serienummer
Technische gegevens
Artikelnummers documentatie
SIL-markering (bij SIL-kwalificatie af fabriek)
7
3 Productbeschrijving
Met de serienummers is het mogelijk via www.vega.com, "VEGA
Tools" en "serial number search" de uitleveringsgegevens van het
instrument op te roepen. Naast op de typeplaat op het instrument
vindt u het serienummer ook intern in het instrument.
Toepassingsgebied
3.2
Werking
De VEGASWING 63 is een niveausensor met trilvork voor niveaudetectie.
Deze is ontwikkeld voor industriële toepassing op alle terreinen van
de procestechniek en kan in vloeistoffen worden toegepast.
Typische toepassingen zijn overvul- en droogloopbeveiligingen.
De kleine trilvork maakt toepassing in willekeurige tanks en vaten
mogelijk. Dankzij het eenvoudige en robuuste meetsysteem kan de
VEGASWING 63 nagenoeg onafhankelijk van de chemische en fysische eigenschappen van de vloeistof worden toegepast.
Het instrument werkt ook onder zware meetomstandigheden zoals
turbulentie, luchtbellen, schuimvorming, aangroei, sterke externe
trillingen of wisselend product.
Functiebewaking
De elektronica van de VEGASWING 63 bewaakt via de frequentie-analyse continu de volgende criteria:
•
•
•
Sterke corrosie of beschadiging van de trilvork
Uitval van de trilling
Kabelbreuk naar piëzobekrachtiging
Wanneer een functiestoring wordt geconstateerd of wanneer de voedingsspanning uitvalt, dan neemt de elektronica een gedefinieerde
uitgangstoestand aan (veilige toestand).
Werkingsprincipe
De trilvork wordt piëzo-elektrisch aangedreven en trilt op de mechanische resonantiefrequentie van ca. 1200 Hz. De piëzo's zijn
mechanisch bevestigd en hebben daarom geen temperatuurschokbeperkingen. Wanneer de trilvork met product wordt bedekt, wijzigt de
frequentie. Deze verandering wordt door de ingebouwde elektronica
geregistreerd en in een schakelcommando omgezet.
Voedingsspanning
De VEGASWING 63 is een compact instrument, d.w.z deze kan
zonder externe versterker worden toegepast. De geïntegreerde
elektronica analyseert het niveausignaal en stelt een schakelsignaal
ter beschikking. Met dit schakelsignaal kunt u een nageschakelt
instrument direct bedienen (bijv. een waarschuwingsinrichting, een
pomp, enz.).
De specificaties betreffende de voedingsspanning vindt u in het
hoofdstuk "Technische gegevens".
Bediening
De schakeltoestand van de VEGASWING 63 met kunststof behuizing
kan bij gesloten behuizing worden gecontroleerd (controle-LED). In
de basisinstelling kunnen media met een dichtheid > 0,7 g/cm³ wor8
VEGASWING 63 • - NAMUR
29231-NL-141104
3.3
3 Productbeschrijving
den gedetecteerd. Bij media met lagere dichtheid kan het instrument
worden aangepast.
Op de elektronica vindt u de volgende aanwijs- en bedieningselementen:
•
•
•
•
Verpakking
Controlelamp voor aanwijzing van de schakeltoestand
DIL-schakelaar voor gevoeligheidsomschakeling
Bedrijfsstandenomschakeling voor de keuze van het schakelgedrag (omkeren karakteristiek)
Simulatieknop
3.4
Opslag en transport
Uw instrument werd op weg naar de inbouwlocatie beschermd door
een verpakking. Daarbij zijn de normale transportbelastingen door
een beproeving verzekerd conform ISO 4180.
Bij standaard instrumenten bestaat de verpakking uit karton, is milieuvriendelijk en recyclebaar. De sensor is bovendien voorzien van een
beschermkap van karton. Bij speciale uitvoeringen wordt bovendien
PE-schuim of PE-folie gebruikt. Voer het overblijvende verpakkingsmateriaal af via gespecialiseerde recyclingbedrijven.
Transport
Het transport moet rekening houdend met de instructies op de transportverpakking plaatsvinden. Niet aanhouden daarvan kan schade
aan het instrument tot gevolg hebben.
Transportinspectie
De levering moet na ontvangst direct worden gecontroleerd op volledigheid en eventuele transportschade. Vastgestelde transportschade
of verborgen gebreken moeten overeenkomstig worden behandeld.
Opslag
De verpakkingen moeten tot aan de montage gesloten worden
gehouden en rekening houdend met de extern aangebrachte opstellings- en opslagmarkeringen worden bewaard.
Verpakkingen, voor zover niet anders aangegeven, alleen onder de
volgende omstandigheden opslaan:
•
Niet buiten bewaren
Droog en stofvrij opslaan
Niet aan agressieve media blootstellen
Beschermen tegen directe zonnestralen
Mechanische trillingen vermijden
Opslag- en transporttemperatuur zie "Appendix - Technische
gegevens - Omgevingscondities"
Relatieve luchtvochtigheid 20 … 85 %.
29231-NL-141104
Opslag- en transporttemperatuur
•
•
•
•
•
•
VEGASWING 63 • - NAMUR
9
4 Monteren
4
Geschiktheid voor de
procesomstandigheden
Monteren
4.1
Algemene instructies
Waarborg, dat alle onderdelen van het apparaat die zich in het proces
bevinden, in het bijzonder sensorelement, procesafdichting en procesaansluiting, geschikt zijn voor de betreffende procesomstandigheden. Daartoe behoren in het bijzonder de procesdruk, procestemperatuur en de chemische eigenschappen van het medium.
De specificaties daarvoor vindt u in hoofdstuk "Technische gegevens"
en op de typeplaat.
Schakelpunt
In principe kan de VEGASWING 63 in iedere willekeurige positie
worden ingebouwd. Het instrument moet wel zodanig worden gemonteerd, dat de trilvork zich op de hoogte van het gewenste schakelpunt
bevindt.
De trilvork heeft markeringen op de zijkant (inkervingen), die het
schakelpunt bij verticale inbouw aangeven. Het schakelpunt is gerelateerd aan het medium water bij de basisinstelling van de dichtheidsschakelaar >= 0,7 g/cm³. Let er bij de inbouw van de VEGASWING
63 op dat het schakelpunt van het instrument verschuift, wanneer het
medium een van water afwijkende dichtheid heeft - water = 1 g/cm³.
Bij media ≤ 0,7 g/cm³ en ≥ 0,5 g/cm³ moet de dichtheidsschakelaar
worden ingesteld op >= 0,5 g/cm³.
Houdt er rekening mee, dat schuim met een dichtheid ≥ 0,45 g/cm³
ook door de sensor wordt gedetecteerd. Dit kan vooral bij toepassing
als droogloopbeveiliging foutieve schakelingen veroorzaken.
2
1
3
4
29231-NL-141104
Fig. 2: Inbouw verticaal
1
2
3
4
10
Schakelpunt ca. 13 mm (0.51 in)
Schakelpunt bij lage dichtheid
Schakelpunt bij hogere dichtheid
Schakelpunt ca. 27 mm (1.06 in)
VEGASWING 63 • - NAMUR
4 Monteren
1
Fig. 3: Horizontale inbouw
1
Schakelpunt
1
2
Fig. 4: Horizontale inbouw (aanbevolen inbouwpositie, vooral bij aanhechtend
product)
1 Schakelpunt
2 Markeringbijschroefdraaduitvoeringboven-bijflensversiesopdeflensgaten uitgericht
Bij flensuitvoeringen is de vork als volgt op de flensgaten uitgericht.
Fig.5:Vorkstandbijflensuitvoeringen
Vochtigheid
Gebruik de aanbevolen kabel (zie hoofdstuk "Op de voedingsspanning aansluiten") en draai de kabelwartel vast aan.
29231-NL-141104
U beschermt uw instrument extra tegen het binnendringen van vocht
door de aansluitkabel voor de kabelwartel naar beneden te leiden.
Regen- en condenswater kan dan afdruipen. Dit geldt vooral bij buitenopstelling of in ruimten waar met een hoge vochtigheid rekening
moet worden gehouden (bijv. vanwege reinigingsprocessen) of op
gekoelde resp. verwarmde tanks.
VEGASWING 63 • - NAMUR
11
4 Monteren
Fig. 6: Maatregelen tegen het binnendringen van vocht
Transport
Opgelet:
Houdt de VEGASWING 63 niet vast aan de trilvork. Vooral bij de flensof buisuitvoering kan de trilvork door het gewicht van het instrument
beschadigd raken. Transporteer gecoate instrumenten met uiterste
voorzichtigheid en voorkom aanraken van de trilvork.
Verwijder de verpakking resp. de beschermkap pas direct voor de
inbouw.
Druk/vacuüm
Bij over- of onderdruk in de tank moet u de procesaansluiting afdichten. Controleer vooraf of het afdichtingsmateriaal bestendig is tegen
het product en de procestemperatuur.
De maximaal toelaatbare druk vindt u in het hoofdstuk "Technische
gegevens" of op de typeplaat van de sensor.
Gebruik
De niveauschakelaar is een meetinstrument en moet dienovereenkomstig worden behandeld. Verbuigen van het trilelement veroorzaakt
schade aan het instrument.
Waarschuwing:
De behuizing mag niet worden gebruikt voor inschroeven van het
instrument! Het vastdraaien kan op die manier schade aan het draaimechaniek van de behuizing veroorzaken.
Gebruik voor het inschroeven de zeskant boven het schroefdraad.
Inlassokken
4.2
Montage-instructies
De VEGASWING 63 heeft een gedefinieerd schroefdraadbegin. Dat
betekent dat iedere VEGASWING 63 zich na het inschroeven altijd
in dezelfde vorkstand bevindt. Verwijder daarom de meegeleverde
afdichting van het schroefdraad van de VEGASWING 63. Deze afdichting is bij het gebruik van de inlassok met O-ring niet nodig.
Let erop, dat de inlassok niet geschikt is voor gecoate uitvoeringen
van het instrument.
12
VEGASWING 63 • - NAMUR
29231-NL-141104
Schroef de VEGASWING 63 tot aan de aanslag in de inlassok. U kunt
de latere stand al voor het lassen bepalen. Markeer de betreffende
stand van de inlassok. Voor het inlassen moet u de VEGASWING 63
uitschroeven en de rubberen ring uit de inlassok nemen. De inlassok
is voorzien van een markeringskerf. Las de inlassok in met de marke-
4 Monteren
ring naar boven gericht resp. in leidingen (DN 32 t/m DN 50) met de
markering in de doorstroomrichting.
1
Fig. 7: Markering op de inlassok
1
Hechtende media
Markering
Bij horizontale inbouw in aanhechtende en taaivloeibare producten
moeten de oppervlakken van de trilvork zo mogelijk verticaal staan,
om afzettingen op de trilvork zo gering mogelijk te houden. Bij de
schroefdraaduitvoering is een markering aanwezig op de zeskant.
Daarmee kunt u de stand van de trilvork bij het inschroeven controleren. Wanneer de zeskant op de vlakke pakking aanligt, kan het
schroefdraad nog ca. een halve slag verder worden gedraaid. Dat is
voldoende om de aanbevolen inbouwpositie te realiseren.
Bij flensuitvoeringen is de vork op de flensgaten uitgericht.
Bij aanhechtende en taaivloeibare producten moet de trilvork zo
mogelijk vrij in de tank steken, om afzettingen te voorkomen. Vermijdt
daarom bij horizontale inbouw sokken voor flenzen en inschroefsokken.
Instromend medium
Wanneer VEGASWING 63 in de vulstroom is ingebouwd, kan dit
ongewenste foutieve metingen tot gevolg hebben. Monteer de VEGASWING 63 daarom op een plaats in de tank, waar geen storende
invloeden, zoals bijv. van vulopeningen, roerwerken enz. kunnen
optreden.
29231-NL-141104
Dit geldt voor alle instrumenttypen met lange verlengingsbuis.
Fig. 8: Instromend medium
VEGASWING 63 • - NAMUR
13
4 Monteren
Stromingen
Om te zorgen dat de trilvork van de VEGASWING 63 bij productbewegingen zo min mogelijk weerstand biedt, moeten de oppervlakken
van de trilvork parallel aan de productbeweging staan.
Roerwerken
Roerwerken, trillingen uit de installatie e.d. kunnen sterke zijwaartse
krachten op de niveauschakelaar veroorzaken. Kies daarom de verlengbuis van de VEGASWING 63 niet te lang, maar controleer, of in
plaats daarvan niet korte niveauschakelaar VEGASWING 61 aan de
zijkant in horizontale positie kan worden gemonteerd.
Extreme installatietrillingen, bijv. door roerwerken en turbulente stromingen in de tank kunnen de verlengingsbuis van de VEGASWING
63 in de resonantietrilling brengen. Dit veroorzaakt verhoogde materiaalbelasting op de bovenste lasnaad. Wanneer een lange buisversie
nodig is, dan kunt u direct boven de trilvork een geschikte ondersteuning aanbrengen, om de verlengingsbuis te fixeren.
Deze maatregel geldt vooral voor toepassingen in Ex-omgeving categorie 1G of WHG. Let erop, dat de buis door deze maatregelen niet
aan een buigbelasting wordt blootgesteld.
Fig. 9: Ondersteuning van de VEGASWING 63 aan de zijkant.
Emaillering
Behandel geëmailleerde instrumenten bijzonder voorzichtig en
voorkom harde stoten en slagen. Neem de VEGASWING 63 pas vlak
voor de montage uit de verpakking. Plaats de VEGASWING 63 voorzichtig in de tankopening en voorkom daarbij aanraking met scherpe
tankonderdelen.
Gasdichte doorvoer
De gasdichte doorvoer (optie) voorkomt door een tweede afdichting
een ongecontroleerd ontsnappen van het medium. De standtijd van
de gasdichte doorvoer hangt af van de chemische bestendigheid van
het materiaal. Zie "Technische gegevens".
14
VEGASWING 63 • - NAMUR
29231-NL-141104
Opgelet:
Wanneer wordt vastgesteld (bijv. door een storingsmelding van de
VEGASWING 63), dat al medium in het trillingselement is binnengedrongen, dan moet het instrument direct worden vervangen.
5 Op de voedingsspanning aansluiten
5
Veiligheidsinstructies
aanhouden
Op de voedingsspanning aansluiten
5.1
Aansluiting voorbereiden
Let altijd op de volgende veiligheidsinstructies:
Waarschuwing:
Alleen in spanningsloze toestand aansluiten.
•
•
De elektrische aansluiting mag alleen door opgeleide en door de
eigenaar geautoriseerde vakspecialisten worden uitgevoerd.
Sluit het instrument in principe zodanig aan, dat spanningsloos
aansluiten en losmaken op de klemmen mogelijk is.
Veiligheidsinstructies voor Ex-toepassingen aanhouden
In explosiegevaarlijke omgevingen moeten de geldende voorschriften, de conformiteits- en typebeproevingscertificaten van de sensoren en de voedingen worden aangehouden.
Voedingsspanning
Sluit de voedingsspanning aan conform de hierna volgende aansluitschema's. Houd daarbij de algemene installatievoorschriften
aan. Verbind de VEGASWING 63 in principe met de tankaarde (PA)
resp. bij kunststof tanks met het naastgelegen aardpotentiaal. Aan
de zijkant op de behuizing van het instrument is daarvoor tussen de
kabelwartels een aardklem aanwezig. Deze verbinding is bedoeld
voor de afleiding van elektrostatische ladingen. Bij Ex-toepassingen
moet u eerste prioriteit geven aan de opstellingsvoorschriften voor
explosiegevaarlijke omgeving.
De specificaties betreffende de voedingsspanning vindt u in het
hoofdstuk "Technische gegevens".
Verbindingskabel
Het instrument word met standaard 2-aderige kabel zonder afscherming aangesloten. Indien elektromagnetische instrooiingen worden
verwacht, die boven de testwaarden van de EN 61326 voor industriele omgeving liggen, moet afgeschermde kabel worden gebruikt.
Gebruik kabels met ronde doorsnede. Een kabelbuitendiameter van
5 … 9 mm zorgt voor een goede afdichtende werking in de kabelwartel. Wanneer u kabel met een andere diameter of doorsnede gebruikt,
vervang dan de afdichting of gebruik een geschikt kabelwartel.
Gebruik voor een VEGASWING 63 in explosiegevaarlijke omgevingen
alleen toegelaten kabelwartels.
Aansluitkabel voor
Ex-toepassingen
Bij Ex-toepassingen moeten de bijbehorende installatievoorschriften
worden aangehouden.
Sluit alle openingen in de behuizing af conform EN 60079-1.
5.2
Aansluitstappen
29231-NL-141104
Bij Ex-instrumenten mag het deksel van de behuizing alleen worden
geopend, wanneer er geen explosiegevaarlijke atomsfeer aanwezig
is.
Ga als volgt tewerk:
1. Deksel behuizing afschroeven
2. Wartelmoer van de kabelwartel losmaken.
VEGASWING 63 • - NAMUR
15
5 Op de voedingsspanning aansluiten
3. Aansluitkabel ca. 10 cm ontdoen van de mantel, aderuiteinde ca.
1 cm ontdoen van de isolatie.
4. Kabel door de kabelwartel in de sensor schuiven
5. Aansluitklemmen met een schroevedraaier openen
6. Aderuiteinden conform aansluitschema in de open klemmen
steken
7. Aansluitklemmen met een schroevedraaier vastzetten
8. Controleer of de kabels goed in de klemmen zijn bevestigd door
licht hieraan te trekken
9. Wartelmoer van de kabelwartel vast aandraaien. De afdichtring
moet de kabel geheel omsluiten
10. Deksel behuizing vastschroeven
De elektrische aansluiting is zo afgerond.
5.3
Overzicht behuizingen
Aansluitschema eenkamerbehuizing
De afbeeldingen hierna gelden zowel voor de niet-Ex-, als ook voor
de Ex-d-uitvoering.
5
5
1
5
5
2
3
4
Fig. 10: Materiaalvarianten eenkamerbehuizing
1
2
3
4
5
Kunststof (niet bij EEx d)
Aluminium
RVS (niet bij EEx d)
RVS, elektrolytisch gepolijst (niet bij EEx d)
Filterelement voor luchtdrukcompensatie resp. blindplug bij uitvoering IP 66/
IP 68, 1 bar (niet bij EEx d)
29231-NL-141104
16
VEGASWING 63 • - NAMUR
5 Op de voedingsspanning aansluiten
Elektronica- en aansluitruimte
SW E60N Ex
1
NAMUR
(IEC 60947-5-6)
+ -
7
Simul.
Max.
0,5 g / cm3
Min.
0,7 g / cm3
2
3
6
4
5
Fig. 11: Elektronica- en aansluitruimte eenkamerbehuizing
1
2
3
4
5
6
7
Aansluitschema
Controle-LED
DIL-schakelaar voor omkeren karakteristiek
DIL-schakelaar voor gevoeligheidsomschakeling
Aardklem
EMC-filterelement
Simulatieknop
Aansluitklemmen
Voor de aansluiting op een scheidingsversterker conform NAMUR
(IEC 60947-5-6, EN 50227). Meer informatie vindt u in het hoofdstuk
"Technische gegevens".
- +
1 2
-
+
Fig. 12: Aansluitschema eenkamerbehuizing
Aderbezetting aansluitkabel
5.4
Aansluitschema - uitvoering IP 66/IP 68, 1 bar
29231-NL-141104
1
2
Fig. 13: Aderbezetting aansluitkabel
1
2
VEGASWING 63 • - NAMUR
br (+) en bl (-) voor voedingsspanning resp. naar meetversterker.
Afscherming
17
6 In bedrijf nemen
6
In bedrijf nemen
6.1
Algemeen
De getallen tussen haakjes hebben betrekking op de navolgende
afbeeldingen.
Functie/opbouw
De schakeltoestand van de elektronica kan bij een kunststof behuizing met gesloten deksel worden gecontroleerd (controle-LED). In de
basisinstelling kunnen media met een dichtheid ≥ 0,7 g/cm³ worden
gedetecteerd. Bij media met een lagere dichtheid moet u de schakelaar op ≥ 0,5 g/cm³ instellen.
Op de elektronica vindt u de volgende aanwijs- en bedieningselementen:
•
•
•
•
Controle-LED (1)
DIL-schakelaar voor omkeren van de karakteristiek - min./max. (2)
DIL-schakelaar voor gevoeligheidsomschakeling (3)
Simulatieknop (4)
Opmerking:
Dompel de trilvork van de VEGASWING 63 voor testdoeleinden altijd
in de vloeistof. Test het functioneren van de VEGASWING 63 niet met
de hand. Dit kan beschadiging van de sensor veroorzaken.
6.2
Bedieningselementen
1
2
3
4
5
Fig. 14: Elektronica SWE60N - NAMUR-uitgang
Controle-LED (1)
18
Controlelamp (LED)
DIL-schakelaar voor omkeren karakteristiek
DIL-schakelaar voor gevoeligheidsomschakeling
Simulatieknop
EMC-filterelement
Eenkleurige controlelamp voor aanwijzing van de schakeltoestand.
•
•
Rood = High current ≥ 2,6 mA
Donker = Low current ≤ 0,6 mA
VEGASWING 63 • - NAMUR
29231-NL-141104
1
2
3
4
5
6 In bedrijf nemen
•
Omkeren karakteristiek
(2)
rood (knippert) = storing ≤ 0,6 mA
Met de DIL-schakelaar kunt u de karakteristiek omkeren. U kunt
tussen een dalende karakteristiek (schakelaarstand max.) en een stijgende karakteristiek (schakelaarstand min.) kiezen. U kunt daarmee
de gewenste stroom laten uitsturen.
Bedrijfsstanden
•
•
Min. - stijgende karakteristiek (high current bij bedekking)
Max. - dalende karakteristiek (low current bij bedekking)
De NAMUR-uitgang is omschakelbaar van dalende naar stijgende
karakteristiek (zie ook "Functietabel").
Bij toepassingen conform WHG moet de DIL-schakelaar op de positie
max. staan.
Gevoeligheidsomschakeling (3)
Met deze DIL-schakelaar (3) kunt u het schakelpunt op vloeistoffen
instellen, die een dichtheid hebben tussen 0,5 en 0,7 g/cm³. In de
basisinstelling kunnen vloeistoffen met een dichtheid ≥0,7 g/cm³
worden gedetecteerd. Bij producten met een lagere dichtheid moet
u de schakelaar op ≥0,5 g/cm³ instellen. De specificaties van de
positie van het schakelpunt zijn gerelateerd aan het medium water
- dichtheidswaarde 1 g/cm³. Bij media met een afwijkende dichtheid
verschuift dit schakelpunt afhankelijk van de dichtheid en het type
inbouw in de richting van de behuizing of het uiteinde van de trilvork.
Opmerking:
Houdt er rekening mee, dat schuim met een dichtheid ≥ 0,45 g/cm³
ook door de sensor wordt gedetecteerd. Dit kan vooral bij toepassing
als droogloopbeveiliging foutieve schakelingen veroorzaken.
Simulatieknop (4)
De simulatieknop is aan de bovenzijde van de elektronica verzonken
aangebracht. Druk de simulatieknop in met een daarvoor geschikt
object (schroevendraaier, ballpoint, enz.).
Bij bediening wordt een kabelbreuk tussen sensor en meetversterker
gesimuleerd. Op de sensor gaat de controlelamp uit. De meetopstelling moet bij bediening een storing melden en overgaan in de veilige
toestand.
Let erop, dat de nageschakelde apparaten tijdens de bediening zijn
geactiveerd. Daarmee kunt u dan het correct functioneren van het
meetsysteem controleren.
6.3
Functietabel
De volgende tabel geeft een overzicht van de schakeltoestanden
afhankelijk van de ingestelde bedrijfsstand en het niveau.
29231-NL-141104
Opmerking:
De bedrijfsstandinstelling op de NAMUR-scheidingsschakelversterker moet zodanig worden gekozen, dat de schakeluitgang bij storingsmelding (I ≤ 0,6 mA) in de veilige positie overgaat.
VEGASWING 63 • - NAMUR
19
6 In bedrijf nemen
Niveau
Signaalstroom sensor
Dalende karakteristiek max.
≥ 2,6 mA
Dalende karakteristiek max.
≤ 0,6 mA
Stijgende karakteristiek min.
≥ 2,6 mA
Stijgende karakteristiek min.
≤ 0,6 mA
Controle-LED
Rood
Uit
Rood
Uit
Storing
Willekeurig
≤ 0,6 mA
Knippert rood
29231-NL-141104
20
VEGASWING 63 • - NAMUR
7 Service en storingen oplossen
7
Service en storingen oplossen
7.1
Onderhoud
7.2
Storingen oplossen
Bij correct gebruik is bij normaal bedrijf geen bijzonder onderhoud
nodig.
Gedrag bij storingen
Storingsoorzaken
Het is de verantwoordelijkheid van de eigenaar van de installatie,
geschikte maatregelen voor het oplossen van optredende storingen
te nemen.
De VEGASWING 63 biedt een hoge mate aan functionele betrouwbaarheid. Toch kunnen er tijdens bedrijf storingen optreden. Deze
kunnen bijv. worden veroorzaakt door het volgende:
•
•
•
•
Sensor
Proces
Voedingsspanning
Signaalverwerking
Storingen verhelpen
De eerste maatregel is het controleren van het uitgangssignaal. In
veel gevallen kunnen oorzaken langs deze weg worden vastgesteld
en kunnen de storingen worden opgelost.
24-uurs service hotline
Wanneer deze maatregelen echter geen resultaat hebben, neem dan
in dringende gevallen contact op met de VEGA service-hotline onder
tel.nr. +49 1805 858550.
29231-NL-141104
De hotline staat ook buiten kantoortijden 7 dagen per week, 24 uur
per dag ter beschikking. Omdat wij deze service wereldwijd aanbieden, wordt deze in de Engelse taal verleend. De service is gratis,
alleen de normale telefoonkosten komen voor uw rekening.
VEGASWING 63 • - NAMUR
21
7 Service en storingen oplossen
Schakelsignaal controleren
Fout
Oorzaak
Oplossen
De VEGASWING VoedingsspanBedrijfsspanning controleren
ning te laag
63 meldt bedekt
zonder bedekking
Elektronica defect Karakteristiekomkeerschakelaar bemet product (overdienen. Wanneer het instrument
vulbeveiliging)
omschakelt, kan het trilelement met
De VEGASafzettingen zijn bedekt of mechanisch
WING 63 meldt
zijn beschadigd. Wanneer de schaonbedekt met prokelfunctie bij de juiste bedrijfsstand
ductbedekking
weer niet correct functioneert, moet u
(droogloopbeveihet instrument ter reparatie aan ons
liging)
opsturen.
Karakteristiekomkeerschakelaar bedienen. Wanneer het instrument
daarna niet omschakelt, is de elektronica defect. Elektronica vervangen.
Inbouwlocatie on- Instrument op een plaats inbouwen,
gunstig
waar geen dode ruimten of luchtbellen
in de tank kunnen optreden.
Controle-LED
knippert rood
Gedrag na oplossen
storing
Aanhechting op
het trilelement
Controleer het trilelement en de sokken op eventuele afzettingen en
verwijder deze.
Verkeerde karakteristiek gekozen
Correcte karakteristiek op de karakteristiek-omkeerschakelaar instellen
(overloopbeveiliging, droogloopbeveiliging). De aansluiting moet conform
het ruststroomprincipe worden uitgevoerd.
Storing aan trilelement
Controleer, of het trilelement is beschadigd, of sterk is gecorrodeerd.
Storing elektronica
Elektronica vervangen
Instrument defect
Instrument vervangen resp. voor reparatie inzenden
Afhankelijk van de oorzaak van de storing en de getroffen maatregelen moeten eventueel de in het hoofdstuk "In bedrijf nemen" beschreven handelingen weer worden uitgevoerd.
7.3
Elektronica vervangen
Bij een defect kan de elektronica door de gebruiker worden vervangen.
Bij Ex-toepassingen mag slechts één elektronica met bijbehorende
Ex-toelating worden ingezet.
Over het algemeen kan elektronica uit de serie SW60 onderling worden vervangen. Indien u elektronica met een andere signaaluitgang
wilt gebruiken, moet u de gehele inbedrijfname uitvoeren. De daarvoor noodzakelijke, passende handleiding vindt u op onze homepage.
22
VEGASWING 63 • - NAMUR
29231-NL-141104
Alle informatie over het vervangen van de elektronica vindt u in de
handleiding van de nieuwe elektronica.
7 Service en storingen oplossen
Opmerking:
Let erop, dat voor geëmailleerde instrumentuitvoeringen speciale
elektronica nodig is. Deze elektronica heeft als identificatie SW60E of
SW60E1.
7.4
Procedure in geval van reparatie
Een reparatieformulier en gedetailleerde informatie over de procedure
vindt u op www.vega.com/downloads en "Formulierenencertificaten".
U helpt on zo, de reparatie snel en zonder tijdverlies vanwege vragen
uit te voeren.
Wanneer een reparatie nodig is, gaat u als volgt te werk:
•
•
•
29231-NL-141104
•
Omschrijving van de opgetreden storing.
Het instrument schoonmaken en goed inpakken
Het ingevulde formulier en eventueel een veiligheidsspecificatieblad buiten op de verpakking aanbrengen.
Vraag het adres voor de retourzending op bij uw vertegenwoordiging. Deze vindt u op onze homepage www.vega.com.
VEGASWING 63 • - NAMUR
23
8 Demonteren
8
8.1
Demonteren
Demontagestappen
Waarschuwing:
Let voor het demonteren goed op gevaarlijke procesomstandigheden
zoals bijv. druk in de tank, hoge temperaturen, agressieve of toxische
media enz.
Houdt de hoofdstukken "Monteren" en "Op de voedingsspanning
aansluiten" aan en voer de daar genoemde handelingen uit in omgekeerde volgorde.
Bij Ex-instrumenten mag het deksel van de behuizing alleen worden
geopend, wanneer er geen explosiegevaarlijke atomsfeer aanwezig
is.
8.2
Afvoeren
Het instrument bestaat uit materialen die door gespecialiseerde recyclingbedrijven weer kunnen worden hergebruikt. Wij hebben daarom
de elektronica eenvoudig demonteerbaar ontworpen en gebruiken
recyclebare materialen.
WEEE-richtlijn 2002/96/EG
Dit instrument valt niet onder de WEEE-richtlijn 2002/96/EG en de
betreffende nationale wetgeving. Voer het instrument af direct naar
een gespecialiseerd recyclingbedrijf en gebruik daarvoor niet de
gemeentelijke vuilophaaldiensten. Deze mogen alleen voor privé
producten conform de WEEE-richtlijn worden gebruikt.
Een deskundige afvoer voorkomt negatieve effecten op mens en
milieu en maakt hergebruik van waardevolle grondstoffen mogelijk.
Materialen: zie hoofdstuk "Technische gegevens"
Wanneer u niet de mogelijkheid heeft, het ouder instrument goed af te
voeren, neem dan met ons contact op voor terugname en afvoer.
29231-NL-141104
24
VEGASWING 63 • - NAMUR
9 Bijlage
9
9.1
Bijlage
Technische gegevens
Algemenespecificaties
Materiaal 316 L komt overeen met 1.4404 of 1.4435.
Materialen, in aanraking met medium
Ʋ Procesaansluiting - schroefdraad
Ʋ Procesaansluiting - flens
Ʋ Procesafdichting
Ʋ Trilvork
316L, Alloy C22 (2.4602)
316L, 316L met alloy C22 geplateerd, staal geëmailleerd, 316L met ECTFE gecoat, 316L met PFA gecoat
Klingersil C-4400
316L, Alloy C22 (2.4602), Alloy C4 (2.4610) geëmailleerd
Ʋ Verlengingsbuis ø 21,3 mm (0.839 in) 316L, Alloy C22 (2.4602), Alloy C4 (2.4602) geëmailleerd, 316L met ECTFE gecoat, 316L met PFA gecoat
Materialen, niet in aanraking met medium
Ʋ Kunststof behuizing
Ʋ Gietaluminium behuizing
Ʋ RVS-behuizing - fijngietstaal
Kunststof PBT (polyester)
Gietaluminium AlSi10Mg, poedergecoat - basis: polyester
316L
Ʋ RVS-huis, geëlektropoleerd
316L
Ʋ Lichtgeleider in deksel behuizing
(kunststof)
PMMA (Macrolon)
Ʋ Afdichting tussen behuizing en deksel NBR (RVS-huis, fijngegoten), siliconen (aluminium/
behuizing
kunststof huis; RVS-huis, anodisch gepolijst)
Ʋ Aardklem
Ʋ Temperatuurtussenstuk (optioneel)
Gasdichte doorvoer (optioneel)
Ʋ Dragermateriaal
Ʋ Glasgietmassa
Ʋ Contacten
Ʋ Heliumlekkage
Ʋ Drukbestendigheid
Sensorlengte (L)
Ʋ 316L, Alloy C22 (2.4602)
316L
316L
Boorsilicaatglas - nummer 8421
1.4101
< 10-6 mbar l/s
PN 64
80 … 6000 mm (3.15 … 236.22 in)
Ʋ Alloy C22 (2.4602) geëmailleerd
80 … 1500 mm (3.15 … 59.055 in)
Ʋ 316L, PFA-gecoat
80 … 4000 mm (3.15 … 157.48 in)
Ʋ 316L, ECTFE-gecoat
29231-NL-141104
316L
Buisdiameter
Gewicht
Ʋ Gewicht instrument (afhankelijk van
procesaansluiting)
Ʋ Buisverlenging
VEGASWING 63 • - NAMUR
80 … 3000 mm (3.15 … 118.11 in)
ø 21,3 mm (0.839 in)
ca. 0,8 … 4 kg (0.18 … 8.82 lbs)
ca. 920 g/m (9.9 oz/ft)
25
9 Bijlage
Laagdikte
Ʋ Email
Ʋ ECTFE
ca. 0,8 mm (0.031 in)
ca. 0,5 mm (0.02 in)
Ʋ PFA
ca. 0,5 mm (0.02 in)
Ʋ Standaard
Ra ca. 3 µm (1.18-4 in)
Oppervlaktekwaliteit
Ʋ Levensmiddelenuitvoering (3A)
Ʋ Levensmiddelenuitvoering (3A)
Procesaansluitingen
Ʋ Pijpschroefdraad, cilindrisch (DIN
3852-A)
Ra < 0,8 µm (3.15-5 in)
Ra < 0,3 µm
G¾ A, G1 A
Ʋ Amerikaans pijpschroefdraad, conisch ¾ NPT of 1 NPT
(ASME B1.20.1)
Ʋ Flenzen
Ʋ Levensmiddelencompatibel aansluitingen
DIN vanaf DN 25, ASME ab 1"
Melkkoppeling DN 40 PN 40, Clamp 1" DIN 32676
ISO 2852/316L, Clamp 2" DIN 32676 ISO 2852/316L,
conus DN 25 PN 40, Tuchenhagen Varivent DN 50
PN 10
Max. aandraaimoment - procesaansluitingen
Ʋ Schroefdraad G¾ A, ¾ NPT
75 Nm (55 lbf ft)
Ʋ Schroefdraad G1 A, 1 NPT
100 Nm (73 lbf ft)
Ʋ Lekkage
< 10-6 mbar l/s
Gasdichte doorvoer (optioneel)
Ʋ Drukbestendigheid
Hoogspanningstest (email)
Uitgangsgrootheid
Uitgang
Stroomverbruik
Ʋ Karakteristiek dalend
Ʋ Karakteristiek stijgend
Ʋ Storingsmelding
Benodigd verwerkingssysteem
PN 64
max. 5 KV
Tweedraads NAMUR-uitgang
≥ 2,6 mA onbedekt/≤ 0,6 mA bedekt
≤ 0,6 mA onbedekt/≥ 2,6 mA bedekt
≤ 0,6 mA
NAMUR-meetversterkersysteem conform IEC 60947-5-6
(EN 50227/DIN 19234)
Bedrijfsstanden (NAMUR-uitgang omschakelbaar naar dalende of stijgende karakteristiek).
Ʋ Min.
Ʋ Max.
Stijgende karakteristiek (high current bij bedekking)
Dalende karakteristiek (low current bij bedekking)
Ʋ Omgevingstemperatuur
Ʋ Relatieve luchtvochtigheid
Ʋ Luchtdruk
26
+18 … +30 °C (+64 … +86 °F)
45 … 75 %
860 … 1060 mbar/86 … 106 kPa (12.5 … 15.4 psig)
VEGASWING 63 • - NAMUR
29231-NL-141104
Meetnauwkeurigheid (volgens DIN EN 60770-1)
Referentieomstandigheden en invloedsgrootheden conform DIN EN 61298-1
9 Bijlage
Ʋ Mediumtemperatuur
+18 … +30 °C (+64 … +86 °F)
Ʋ Mediumdichtheid
1 g/cm³ (0.036 lbs/in³) (water)
Ʋ Viscositeit medium
1 mPa s
Ʋ Druk boven medium
0 kPa
Ʋ Sensorinbouw
Verticaal van boven
Ʋ Dichtheidskeuzeschakelaar
≥ 0,7 g/cm³
Meetnauwkeurigheid
Meetafwijking
± 1 mm (0.04 in)
Invloed procestemperatuur op het schakelpunt
1
4
10 ( 25/64")
8 ( 5/16")
6 ( 15/64")
4 ( 5/32")
3
2 ( 5/64")
0
2
-2 (-5/64")
-4 (-5/32")
-6 (-15/64")
-8 (-5/16")
-10 (-25/64")
0°C
(32 °F)
50°C
(122 °F)
100°C
(212 °F)
150°C
(302 °F)
200°C
(392 °F)
250°C
(482 °F)
Fig. 24: Invloed procestemperatuur op het schakelpunt
Verschuiving van het schakelpunt in mm
Procestemperatuur in °C (°F)
Schakelpunt bij referentie-omstandigheden (inkerving)
Trilvork
29231-NL-141104
1
2
3
4
VEGASWING 63 • - NAMUR
27
9 Bijlage
Invloed van de stortgoeddichtheid op het schakelpunt
1
6
10 ( 25/64")
8 ( 5/16")
6 ( 15/64")
4 ( 5/32")
5
2 ( 5/64")
0
-2 (-5/64")
-4 (-5/32")
3
-6 (-15/64")
2
4
-8 (-5/16")
-10 (-25/64")
0,6
(0,022)
0,8
(0,029)
1
(0,036)
1,2
(0,043)
1,4
(0,051)
1,6
(0,058)
1,8
(0,065)
2
(0,072)
2,2
(0,079)
2,4
(0,087)
Fig. 25: Invloed van de stortgoeddichtheid op het schakelpunt
1
2
3
4
5
6
Verschuiving van het schakelpunt in mm
Dichtheid medium in g/cm³ (lb/in³)
Schakelaarstand≥0,5g/cm³
Schakelaarstand≥0,7g/cm³(0.025lb/in³)
Schakelpunt bij referentie-omstandigheden (inkerving)
Trilvork
Invloed procesdruk op het schakelpunt
1
4
10 ( 25/64")
8 ( 5/16")
6 ( 15/64")
4 ( 5/32")
3
2 ( 5/64")
0
2
-2 (-5/64")
-4 (-5/32")
-6 (-15/64")
-8 (-5/16")
-10 (-25/64")
12
(174,1)
25
(362,6)
38
(551,1)
51
(739,7)
64
(928,2)
Fig. 26: Invloed procesdruk op het schakelpunt
1
2
3
4
Verschuiving van het schakelpunt in mm
Procesdruk in bar (psig)
Schakelpunt bij referentie-omstandigheden (inkerving)
Trilvork
0,1 mm (0.004 in)
Schakelvertraging
ca. 500 ms (aan/uit)
Hysterese
Meetfrequentie
28
ca. 2 mm (0.08 in) bij verticale inbouw
ca. 1200 Hz
VEGASWING 63 • - NAMUR
29231-NL-141104
Reproduceerbaarheid
9 Bijlage
Omgevingscondities
Omgevingstemperatuur aan behuizing
-40 … +70 °C (-40 … +158 °F)
Procescondities
Meeteenheid
Grensniveau van vloeistoffen
Opslag- en transporttemperatuur
Procesdruk
-40 … +80 °C (-40 … +176 °F)
-1 … 64 bar/-100 … 6400 kPa (-14.5 … 928 psig)
De procesdruk is afhankelijk van de procesaansluiting,
bijv. clamp of flens (zie volgende diagram)
Maximale testdruk
100 bar/10000 kPa (1450 psig) resp. 1,5 maal procesdruk
Procestemperatuur (schroefdraad- resp.
flenstemperatuur)
De werking van het instrument is tot een bedrijfsdruk van
100 bar/10000 kPa (1450 psig) bij een maximale procestemperatuur van +50 °C (+122 °F) gegeven (alleen bij
schroefdraaduitvoeringen).
Ʋ VEGASWING 63 van 316L/Alloy C22 -50 … +150 °C (-58 … +302 °F)
(2.4602)
Procestemperatuur (schroefdraad- resp.
flenstemperatuur) met temperatuurtussenstuk (optie).
Ʋ VEGASWING 63 van 316L/Alloy C22 -50 … +250 °C (-58 … +482 °F)
(2.4602)
Ʋ VEGASWING 63 geëmailleerd
-50 … +200 °C (-58 … +392 °F)
Ʋ VEGASWING 63 met PFA gecoat
-50 … +250 °C (-58 … +482 °F)
Ʋ VEGASWING 63 met ECTFE gecoat
-50 … +150 °C (-58 … +302 °F)
2
3
70 °C
(158 °F)
40 °C
(104 °F)
-50 °C
(-58 °F)
0 °C
(32 °F)
-40 °C
(-40 °F)
1
50 °C
(122 °F)
100 °C
(212 °F)
150 °C
(302 °F)
200 °C
(392 °F)
250 °C
(482 °F)
29231-NL-141104
Fig. 27: Omgevingstemperatuur - procestemperatuur
1
2
3
Procestemperatuur in °C (°F)
Omgevingstemperatuur in °C (°F)
Temperatuurbereik met temperatuurtussenstuk
VEGASWING 63 • - NAMUR
29
9 Bijlage
1
64
(928)
40
(580)
20
(290)
-1 (-14,5)
-50 °C
(-58 °F)
0°C
(32 °F)
50°C
(122 °F)
100°C
(212 °F)
150°C
(302 °F)
200°C
(392 °F)
250°C
(482 °F)
2
Fig.28:Procestemperatuur-procesdrukbijschakelaarstand≥0,7g/cm³(gevoeligheidsschakelaar)
1
2
Procesdruk in bar (psig)
Procestemperatuur in °C (°F)
1
64
(928)
40
(580)
20
(290)
-1 (-14,5)
-50 °C
(-58 °F)
0°C
(32 °F)
50°C
(122 °F)
100°C
(212 °F)
150°C
(302 °F)
200°C
(392 °F)
250°C
(482 °F)
2
Fig.29:Procestemperatuur-procesdrukbijschakelaarstand≥0,5g/cm³(gevoeligheidsschakelaar)
1
2
Procesdruk in bar (psig)
Procestemperatuur in °C (°F)
Viscositeit - dynamisch
Stroomsnelheid
Dichtheid
Trillingsbestendigheid
Ʋ Instrumentbehuizing
Ʋ Sensor
0,1 … 10000 mPa s (voorwaarde: bij dichtheid 1)
max. 6 m/s (bij een viscositeit van 10000 mPa s
0,7 … 2,5 g/cm³ (0.025 … 0.09 lbs/in³); 0,5 … 2,5 g/cm³
(0.018 … 0.09 lbs/in³) door omschakelen
1 g bij 5 … 200 Hz conform EN 60068-2-6 (trilling bij
resonantie)
1 g bij 5 … 200 Hz conform EN 60068-2-6 (trilling bij
resonantie) bij sensorlengte tot 50 cm (19.69 in)
Bij een sensorlengte > 50 cm (19.69 in) moet u de verlengbuis met een geschikte ondersteuning fixeren. Zie
ook montage-instructies.
29231-NL-141104
30
VEGASWING 63 • - NAMUR
9 Bijlage
Elektromechanische gegevens - uitvoering IP 66/IP 67 en IP 66/IP 68; 0,2 bar
Kabeldoorvoer/stekker1)
Ʋ Eenkamerbehuizing
– 1 x kabelwartel M20 x 1,5 (kabel: ø 5 … 9 mm), 1 x
blindplug M20 x 1,5
of:
– 1 x afsluitkap ½ NPT, 1 x blindplug ½ NPT
of:
Schroefklemmen
– 1 x connector (afhankelijk van uitvoering), 1 x blindplug M20 x 1,5
voor aderdiameter tot 1,5 mm² (AWG 16)
Elektromechanische gegevens - uitvoering IP 66/IP 68 (1 bar)
Kabelinvoer
Ʋ Eenkamerbehuizing
Verbindingskabel
Ʋ Aderdiameter
Ʋ Aderweerstand
Ʋ Trekvastheid
Ʋ Standaard lengte
Ʋ Max. lengte
Ʋ Min. buigstraal
Ʋ Diameter ca.
Ʋ Kleur - standaard PE
Ʋ Kleur - standaard PUR
Ʋ Kleur - Ex-uitvoering
Bedieningselementen
Bedrijfsstandenschakelaar
Ʋ Min.
– 1 x afsluitkap ½ NPT, 1 x blindplug ½ NPT
> 0,5 mm² (AWG 20)
< 0,036 Ω/m (0.011 Ω/ft)
< 1200 N (270 lbf)
5 m (16.4 ft)
1000 m (3280 ft)
25 mm (0.984 in) bij 25 °C (77 °F)
8 mm (0.315 in)
Zwart
Blauw
Blauw
Stijgende karakteristiek (high current bij bedekking)
Ʋ Max.
Dalende karakteristiek (low current bij bedekking)
Ʋ ≥ 0,5 g/cm³
0,5 … 2,5 g/cm³
Gevoeligheidsomschakelaar
Ʋ ≥ 0,7 g/cm³
Testknop
29231-NL-141104
– 1 x IP 68-kabelwartel M20 x 1,5; 1 x blindplug
M20 x 1,5
of:
0,7 … 2,5 g/cm³ (0.025 … 0.9 oz/in³)
Simulatie van een kabelonderbreking tussen de sensor
en de meetversterker.
Voedingsspanning
Bedrijfsspanning (karakteristiek in norm) Voor aansluiting op de scheidingsversterker conform
NAMUR IEC 60947-5-6, ca. 8,2 V
Leegloopspanning
1)
U0 ca. 8,2 V
Afhankelijk van de uitvoering M12 x 1, conform ISO 4400, Harting, 7/8" FF.
VEGASWING 63 • - NAMUR
31
9 Bijlage
Kortsluitstroom
IU ca. 8,2 mA
Elektrische veiligheidsmaatregelen
Beschermingsgraad
Ʋ Kunststof behuizing
Ʋ Aluminium en RVS behuizing standaard
Ʋ Aluminium en RVS behuizing (optioneel)
Overspanningscategorie
Veiligheidsklasse
IP 66/IP 67 (NEMA 4X)
IP 66/IP 68 (0,2 bar), NEMA 6P2)
IP 66/IP 68 (1 bar), NEMA 6P
III
II
Toelatingen
Instrumenten met toelatingen kunnen afhankelijk van de uitvoering verschillende technische specificaties hebben.
Bij deze instrumenten moeten daarom de bijbehorende toelatingsdocumenten worden aangehouden. Deze zijn met het instrument meegeleverd of kunnen onder www.vega.com via "VEGA Tools"
en "Instrument zoeken" en via "Downloads" en "Toelatingen" worden gedownload.
9.2
Afmetingen
Behuizing in beschermingsklasse IP 66/IP 67 en IP 66/IP 68; 0,2 bar
1
M20x1,5/
½ NPT
116 mm (4.57")
ø 86 mm (3.39")
M20x1,5
M20x1,5/
½ NPT
M20x1,5/
½ NPT
2
~ 116 mm (4.57")
117 mm (4.61")
112 mm (4.41")
112 mm (4.41")
M20x1,5/
½ NPT
~ 69 mm
(2.72")
ø 79 mm
(3.11")
~ 59 mm
(2.32")
ø 80 mm
(3.15")
~ 69 mm
(2.72")
ø 79 mm
(3.03")
3
4
Fig. 30: Behuizingsuitvoeringen in beschermingsklasse IP 66/IP 67 en IP 66/IP 68; 0,2 bar
1
2
3
4
32
Voorwaarde voor het behouden van de beschermingsklasse is een passende kabel.
VEGASWING 63 • - NAMUR
29231-NL-141104
2)
Kunststof behuizing
RVS-huis, geëlektropoleerd
RVS-behuizing,fijngietstaal
Aluminium behuizing
9 Bijlage
Behuizing in beschermingsklasse IP 66/IP 68 (1 bar)
117 mm
(4.61")
ø 77 mm
(3.03")
116 mm
(4.57")
~ 150 mm
(5.91")
ø 84 mm
(3.31")
~ 103 mm
(4.06")
M20x1,5
M20x1,5
M20x1,5
1
2
Fig. 31: Behuizingsvarianten in beschermingsklasse IP 66/IP 68 (1 bar)
RVS-behuizing,fijngietstaal
Aluminium behuizing
29231-NL-141104
1
2
VEGASWING 63 • - NAMUR
33
9 Bijlage
36 mm
(1.42")
32 (G3/4A, 3/4"NPT)
41 (G1A, 1"NPT)
G3/4A, 3/4"NPT
G1A, 1"NPT
57 mm
(2.24")
18,5 mm
(0.73")
VEGASWING 63
1
3
50 mm
(1.97")
ø 33,7 mm
(1.33")
6
5
L
L
4
L
50 mm
(1.97")
19 mm
(0.75")
L
2
L
L
ø 21,3 mm
(0.84")
Fig. 32: VEGASWING 63
1
2
3
4
5
6
L
Schroefdraad
Clamp
Conus DN 25
Melkkoppeling DN 40
Flens
Tuchenhagen Varivent
= Sensorlengte, zie hoofdstuk "Technische gegevens"
29231-NL-141104
34
VEGASWING 63 • - NAMUR
9 Bijlage
178 mm (7.01")
VEGASWING 63, opties
2
34 mm
(1.34")
1
Fig. 33: Opties
Gasdichte doorvoer
Temperatuurtussenstuk
29231-NL-141104
1
2
VEGASWING 63 • - NAMUR
35
9 Bijlage
9.3
Industrieel octrooirecht
VEGA product lines are global protected by industrial property rights. Further information see
www.vega.com.
Only in U.S.A.: Further information see patent label at the sensor housing.
VEGA Produktfamilien sind weltweit geschützt durch gewerbliche Schutzrechte.
Nähere Informationen unter www.vega.com.
Les lignes de produits VEGA sont globalement protégées par des droits de propriété intellectuelle. Pour plus d'informations, on pourra se référer au site www.vega.com.
VEGA lineas de productos están protegidas por los derechos en el campo de la propiedad industrial. Para mayor información revise la pagina web www.vega.com.
Линии продукции фирмы ВЕГА защищаются по всему миру правами на интеллектуальную
собственность. Дальнейшую информацию смотрите на сайте www.vega.com.
VEGA系列产品在全球享有知识产权保护。
进一步信息请参见网站<www.vega.com。
9.4
Handelsmerken
Alle gebruikte merken en handels- en bedrijfsnamen zijn eigendom van hun rechtmatige eigenaar/
auteur.
29231-NL-141104
36
VEGASWING 63 • - NAMUR
29231-NL-141104
Notes
VEGASWING 63 • - NAMUR
37
Notes
29231-NL-141104
38
VEGASWING 63 • - NAMUR
29231-NL-141104
Notes
VEGASWING 63 • - NAMUR
39
De gegevens omtrent leveromvang, toepassing, gebruik en bedrijfsomstandigheden van de sensoren en weergavesystemen geeft de stand van zaken weer op het
moment van drukken.
Wijzigingen voorbehouden
© VEGA Grieshaber KG, Schiltach/Germany 2014
VEGA Grieshaber KG
Am Hohenstein 113
77761 Schiltach
Germany
Phone +49 7836 50-0
Fax +49 7836 50-201
E-mail: info.de@vega.com
www.vega.com
29231-NL-141104
Printing date: